Bron: Radar plus
Zing! Denk niet dat je het niet kunt of dat het vals klinkt. Zing in je eentje in de auto en in bad, en samen met de kinderen en in het voetbalstadion. Zing elke dag. Daar knapt een mens van op. Journalist Marije de Jong weet er alles van.
De avonden dat mijn broers en ik in onze pyjamaatjes rondom kachel of kerststal hartstochtelijk sint- en kerstliedjes stonden te zingen, horen tot mijn meest dierbare jeugdherinneringen. Waarschijnlijk ook omdat ik voelde dat mijn ouders dan op hun gelukkigst waren. Mijn moeder die al haar kleuterleidster-skills uitleefde en mijn vader achter de piano. Maar ook kinderen met minder gepassioneerd zingende ouders is dit repertoire met de paplepel ingegoten.
Het enthousiasme waarmee volwassenen meezingen met die traditionele liedjes vind ik ontroerend. Dat heb ik ook op verjaardagen waar jong en oud uit volle borst de hele riedel afwerkt van Er is er een jarig via Twee violen tot Honderd jaar te leven – nog niet eens zo’n makkelijk lied met die opklimmende tonen. Het bewijst volgens mij dat we stiekem allemaal heel graag zingen, ook degenen die ooit zijn ontmoedigd door een dwaze leerkracht.
Zingen met je ziel
Op mijn achtste had ik tijdens de nachtmis een solo in het kerstlied Maria die zoude naar Bethlehem gaan. Ik had goed geoefend, toch kwam Ik ben er zo moe, laat ons een weinig rusten er bibberig uit. Het zou genoeg zijn om nooit meer een mond open te doen, maar gelukkig zing ik nog steeds dat het een lieve lust is. Op de fiets, tijdens het klussen, voor het slapengaan, eigenlijk ben ik altijd als ik niet erg hoef na te denken aan het zingen. Die kerstnacht wist ik trouwens wel dat solo zingen niet mijn ding is. Dat was ik even vergeten toen ik me spontaan aanmeldde voor een zangworkshop op een zeilcruise in de Egeïsche zee, gegeven door een van mijn heldinnen: Mathilde Santing. Zij is zo iemand met een derde oor, die feilloos hoort of je een trucje uithaalt of vanuit je hart zingt.
En daar stond ik dan op de uitvoeringsavond op de plecht van het schip onder een schitterende sterrenhemel, met rondom klotsende golfjes een Italiaanse aria te zingen over verlies en rouw. De tranen biggelden over mijn wangen, maar dat zag gelukkig niemand. Nooit daarvoor en daarna heb ik meer gevoeld wat zingen met je ziel betekent als op die avond. Hoewel, als ik Suja suja prikkeltje – misschien wel het mooiste slaapliedje dat er is – voor mijn kleinzoon zing, dan voel ik dat ook. Hij vraagt er zelf om, alsof hij al weet dat dit onvergetelijke jeugdherinneringen worden.